De Rommelpot

  1. Huljet, huljet, kinderlech
  2. Mon coeur est en age
  3. Chasapiko
  4. Arabia
  5. Mountain Brown
  6. Cuma eoghan rui ui neil
  7. Droge haring
  8. Farewell to the whisky
  9. Planxty Browne
  10. De rommelpot
  11. Haarlemmerdijk
  12. Het laatste woord

1. Huljet, huljet, kinderlech
(Mordechaj Gebirtig)

Een lied afkomstig uit het getto van Krakau. Een oudere man moedigt kinderen aan om vooral te spelen, zolang het nog kan.

Schpilt ajch, libe kinderlech,
der friling schojn bagint.
O, wi bin ich, kinderlech,
mekane ajch atsind.

Huljet, huljet, kinderlech,
kolsman ir sent noch jung.
Wajl fun friling bis tsum winter
is a katsnschprung.

Schpilt ajch, libe kinderlech,
farsojmt kejn ojgnblik.
Nemt mich ojch arajn in schpil,
fargint mir ojch dos glik.

Kukt nischt ojf majn grojen kop,
tsi schtert dos ajch in schpil?
Majn neschome is noch jung,
wi ts’rik mit jorn fil.

Majn neschome is noch jung,
wi ts’rik mit jorn fil.
Ach, wi gern wilt sich ir
fun altn guf arojs.

Schpilt ajch, libe kinderlech,
farsojmt ken ojgnblik.
Wajl der friling ekt sich bald,
mit im dos hechste glik.

2. Mon coeur est en age
(traditioneel)

Een verstilde ballade uit Quebec die we tegen kwamen op een oud cassettebandje. Later ontdekten we dat het een opname van de Franse groep Maluzerne betrof. Het gaat over de verstikkende liefde van een vader die zijn dochter niet kan loslaten.Het is terug te vinden in het boek 80 chansons du folklore Quebecois.

Mon père n’avait fille que moi,
encore sur la mer il m’envoie.
Mon coeur est en age.

Tant d’amants qui se font l’amour
et moi je m’en passe.

Le marinier qui m’y menait,
Il devint amoureux de moi.
Mon coeur est en age.

A chaque fois qu’il me voyait,
disait ma mie embrassez-moi.
Mon coeur est en age.

Nenni, monsieur, je n’oserai.
Car si mon père le savait,
mon coeur est en age.

Fille battue que je serai,
mais c’est qui donc qui lui dirait
mon coeur est en age.

Ce seraient les oiseaux de bois,
mais les oiseaux ne parlent pas.
Mon coeur est en age.

3. Chasapiko Serviko
(traditioneel)

Volgens de Grieken is deze dans afkomstig uit hun land, maar de melodie is echter bekend over de gehele Balkan.Sadhu leerde dit stuk van een Griek die zij tegenkwam in India. Door het arrangement van Eric kreeg het nummer een nog internationaler tintje.

4. Arabia
(traditioneel)

Wederom een ballade over de zee, ditmaal afkomstig uit Vlaanderen. Het is te vinden in het Iepersch Oud-Liedboek. De tekst is enigszins vernederlandst.

Met achttien jaar heb ik mijn land verlaten,
ik deed een reis al naar een vreemde kust.
Want in mijn land, daar vond ik genen bate
en in het varen ligt er al mijn lust.
Ik ga aan boord met al die vreemde lui,
om mij daar dapper te gaan bereiden.
Ik ga naar heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

Aan de kade van de havenstede
daar ligt het schip waarmee dat ik vertrek.
In hart en ziel was ik daarom tevreden,
ik ging me melden op het bovendek.
Ik zeg adieu, mijn beste vriendin.
Adieu, mijn vader en mijn moeder,
ik ga naar heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

Ik ben op de duur de mast ingeklommen,
ik zag van ver het nieuw gevonden land.
De vreemde vis kwam rond het schip gezwommen,
het pluimgedierte vloog naar alle kant.
We speelden samen op de blikken fluit.
Al de matrozen aan het dansen
en dat voor heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

Voor het laatste, schippers en waterratten,
al die in het varen vinden hunne lust.
Doe zoals wij en wil kansen wagen
en maak een reisje naar een vreemde kust.
Je zult genieten veel plezier.
Als je in het varen schept behagen
en ga naar heel die oostenkant:
Arabia staat in mijn hart geplant,
de wind die zal ons nooit doen wijken.

5. Mountain Brown
(traditioneel)

Deze huwelijksmarktverkenning, waarin drankgelag en nachtbraken het winnen van het echtelijk verbond,

is tot Windvlaag gekomen door middel van de mondelinge overleveringstraditie: Doortje leerde het van haar vader. Hij hoorde het in Ierland, waar hij de melodie noteerde. De tekst probeerde hij er later – terug thuis – bij te vinden, wat niet lukte. Onderstaande tekst paste echter naadloos in het metrum. Toen later de originele tekst toch boven water kwam, had de onderhavige versie zich al genesteld.

Come all ye lads and lassies
and hear to my mournful tale.
Ye tender words that weep for love
in a sigh you will not fail.
It’s all about a young man
and my story will tell you how
he lately came a courtin’ for
the maid of the mountain Brown.

‘Oh Molly, my dearest Molly,
could you and I agree
to join our hands in wedded bands
as quickly as can be?
If we join our hands in wedded bands,
I’ll give you my slightest woe,
to do my whole endeavours for
the maid of the mountain Brown’.

Now this young and pretty fickle thing,
she answered me fresh and gay.
Her eyes did shine like diamonds
and as quickly she did say:
‘you pardon me, young man, said she,
but I am not ready now.
I will tarry another season
at the foot of the mountain Brown’.

‘Oh Molly, my dearest Molly,
don’t be so mean to me’.
‘I’ve heard of you behaviour Sir,
but sure that is not for me.
There is an inn where you drop in,
I hear the people say,
where you drink and call and pay for all
and go home at the break of day’.

‘If I drink and call and pay for all,
my money, It’s all my own.
And I want none of your fortune love,
for I hear that you have none.
You might have had me poor heart won,
but I’m going to tell you now:
I will leave you where I found you,
at the foot of the mountain Brown’.

6. Cuma eoghan rui ui neil
(traditioneel)


Prachtige Keltische melodie, maar altijd lastig om aan te kondigen bij  een optreden: geen van de  Windvlaag-leden is het Gaelic enigszins machtig.

7. Droge haring
(traditioneel)

Een ode aan deze in Nederland zo geliefde vissoort, onder andere te vinden in het boekje Nederlands volkslied van Jop Pollmann en Piet Tiggers, waarvan meer dan 500.000 exemplaren werden verkocht.

Al van de droge haring willen wij zingen.
Ter ere van zijn kopke zullen wij springen.
‘t Is van zijn kop, springt er maar op,
‘t is van de droge haring.

Al van de droge haring willen wij zingen.
Ter ere van zijn oogske zullen wij springen.
‘t Is van zijn oog, springt er maar hoog,
‘t is van de droge haring.

Al van de droge haring willen wij zingen.
Ter ere van zijn buikske zullen wij springen.
‘t Is van zijn buik, springt er maar puik,
‘t is van de droge haring.

Al van de droge haring willen wij zingen.
Ter ere van zijn stèrtje zullen wij springen.
‘t Is van zijn stèrt, da’s ‘t minste werd,
‘t is van de droge haring.

Al van de droge haring willen wij zingen.
Ter ere van zijn hartje zullen wij springen.
‘t Is van zijn hart, springt er maar hard,
‘t is van de droge haring.

Al van de droge haring willen wij zingen.
Ter ere van zijn liefke zullen wij zingen.
‘t Is van zijn lief, da’s zijn gerief,
‘t is van de droge haring.

Al van de droge haring willen wij zingen.
Ter ere van zijn wijfke zullen wij springen.
‘t Is van zijn wijf, da’s zijn gekijf,
‘t is van de droge haring.

8. Farewell to the whisky
(traditioneel)

In deze ballade wordt de legendarische Schotse drankzucht beteugeld door ware liefde. Het is een van de oudste stukken uit het Windvlaag-arsenaal en nog altijd een van de favoriete nummers.

I’ll gang to the alehoose and look for my Jimmy.
The day is far spent and the night’s comin’ on.
You’re sitting there drinkin’ and leave me lamentin’.
So rise up me Jimmy and come awa’ hame.

Nae mind o’ the bairnies that are at hame greetin’.
Nae meal in the barrow to fill their wea warnes.
You’re sittin’ there drinkin’ and leave me lamentin’.
So rise up me Jimmy and come awa’ hame.

What’s that at the door that’s speakin’so kindly?
It’s the voice of my wifie called Jenny by name.
You’re sittin’ there drinkin’ and leave me lamentin’.
So rise up me Jimmy and come awa’ hame.

Farewell to the whisky that mak’s me so brisky.
Farewell to the alehoose I’ll visit nae mair.
Sin Jenny is waitin’ her pair heart is breakin’.
So fare thee well alehoose and I’ll awa’ hame.

9. Planxty Browne
(traditioneel)

Het oud-Ierse woord planxty betekent zoveel als ‘opgedragen aan’. Clannad speelt dit nummer op Crann Ull als een tamelijk ingetogen harpstuk. Onze variant is in de loop der tijd ge‰volueerd naar een  uitermate dansbare wals.

10. De rommelpot
(traditioneel)

In vroeger tijden was het gebruikelijk om bij hoogtijdagen met de rommelpot de deuren langs te gaan. Dit volksinstrument, ook wel foekepot of koenkelpot genoemd, bestaat uit een meestal stenen pot, die met een varkensblaas overspannen is. In het midden daarvan is een riet of een houten stokje gestoken, waarover men met een vochtig doekje op en neer beweegt. Hiermee verkrijg je een donker, knorrend geluid. Bedelliederen trachtten de vrijgevigheid van de aangesprokenen te vergroten.

Geeft wat om de rommelpot,
‘t is zo goed voor hutsepot.

Van de liere, van de lare,
van de liere lierom la,
vrouwtje geeft op God’s gena.

Geef wat spek en geef wat worst,
geef wat bier al voor de dorst.

Geef ons ene rib of twee,
geef ons dat voor moeder mee.

‘t Varken heeft een lange stŠrt,
‘t is ook wel het eten wŠrd.

Karbonaden op den dis,
dan is ‘t thuis ook kerremis.

Vrouwtje geef zo veel gij kunt,
hemelsvreugd wordt u gegund.

11. Haarlemmerdijk
(muziek: traditioneel/tekst: Doortje Schroevers)

Dit nummer is een mooie samensmelting van traditie en eigen  scheppingsdrift. Ongeveer tegelijkertijd met het moment dat de oud-Nederlandse melodie Haerlemmerdijk werd voorgesteld als Windvlaag-repertoirestuk, las Doortje een krantenartikel over een koe die was ontsnapt op deze befaamde Amsterdamse straat. Het inspireerde haar tot het schrijven van de onderstaande liedtekst:

Er was een aardig dijkje
in het hartje van de Mokumse Jordaan.
De mensen waren daar nooit erg verlegen,
zij spraken elkaar regelmatig aan.
‘Zeg, hoe gaat het nu met uw dochter?
Ik zag haar laatst nog heel bloot langs de straat staan.
En was uw man wel in staat heel naar huis te gaan?
Hij dronk wel erg veel bij tante Sjaan’.

Er waren ook veel winkels,
oom Gerrit had de bakker op de hoek.
En naast hem zat oom Bertus met zijn bloemen,
de groenteboer ernaast was oom Loek.
En helemaal aan het eind de slager,
dat was Ko, hij had altijd een grap voor het bezoek.
Maar nee, mevrouw, ik heb geen varkenspoot, kijk goed,
de vleugels van mijn kippetjes zijn zoek.

Oom Ko die slachtte zelf
in een klein kamertje al achter in de zaak.
Dat deed hij daar al jaren, niemand wist het,
je zag het vlees alleen maar aan een haak.
Maar een keer ontsnapte een koe en
liep de dijk op en vond daar de bloemenzaak.
Ze zorgde goed voor zichzelf want oom Bertus
zat te slapen in een stoel zoals zo vaak.

Oom Ko die liep de dijk op
en hij riep daar om zijn koe met veel geluid.
Hij riep naar iedereen: ‘Ik ben mijn koe kwijt’,
maar alle mensen lachten hem uit.
Tot Bertus ook hard ging gillen:
‘Mijn chrysanten! Zeg koe, ga mijn zaak uit’.
Hij kwam de dijk opgerend, aan een touw een koe.
Zij grijnsde met chrysanten in haar snuit.

12. Het laatste woord
(muziek: Eric Hendriks)

Eric stopt, naast het maken van arrangementen voor Windvlaag, aardig wat tijd in het bedenken van melodieën. Dit nummer is daar een fraai voorbeeld van. Het heeft al in verschillende hoedanigheden en onder wisselende titels in de repertoiremap gezeten. We gaan er van uit dat dit de definitieve versie is en er wat dat betreft niet meer over gesproken hoeft te worden.

Scroll to Top